Waarom zijn goed gefokte rashonden zo duur?
Vaak vraagt men zich af waarom goed gefokte rashonden in het algemeen, en onze rassen in het bijzonder, zo duur zijn.
Voor een pup van een fokker die aangesloten is bij onze vereniging betaalt u toch een behoorlijk bedrag, terwijl er advertenties te over zijn waar “diezelfde” honden worden aangeboden voor de helft of minder.
Laten wij voor u een opsomming maken van wat een goede fokker aan onkosten heeft.
- Beide ouderdieren dienen getest te zijn op erfelijke afwijkingen zoals HD (heupen) en PRA (rcd4), zoals het reglement van onze vereniging het voorschrijft. Deze testen zijn kostbaar, en de fokker heeft het risico dat een hond waar veel energie en geld in gestoken is, niet aan de minimale eisen voldoet, zodat hij niet gebruikt kan worden om mee te fokken.
- De ouderdieren hebben een DNA profiel zoals de vereniging het voorschrijft, en per juni 2014 ook alle pups, zodat de pupkoper er zeker van kan zijn dat de opgegeven ouderdieren ook daadwerkelijk de ouderdieren van hun pup zijn.
- Een serieuze fokker heeft gezondheid hoog in het vaandel staan, maar ook de rasstandaard. Door honden uit te brengen op shows kan men toetsen of de ouderdieren die men gebruiken wil om mee te fokken, of de nakomelingen die men heeft gefokt, voldoen aan de rasstandaard. U wil natuurlijk een Gordon Setter kopen die er uit ziet zoals een Gordon Setter er uit hoort te zien. Deze shows zijn enorm duur aan inschrijfgeld. Benzinekosten en verblijfskosten maken zo een showdag nog een kostbaardere activiteit.
- Als alles in orde is kan men tot dekking overgaan. Een teefje laten dekken door een geteste en goedgekeurde dekreu brengt dekgeld met zich mee.
- Ook de dierenarts moet betaald worden voor zwangerschapsbegeleiding (progesteron tests, echo). Als alles goed gaat blijft het tot na de geboorte daarbij. Maar er is voor een fokker ook altijd het risico dat er complicaties zijn, en er bijvoorbeeld een kostbare keizersnede gedaan moet worden.
- De pups worden geënt, ontwormd, gechipt, worden geregistreerd, krijgen een stamboom met afstammingscontrole en DNA-profiel en krijgen voedsel. Per pup is men daar een behoorlijk bedrag aan kwijt als de fokker alles op een juiste manier wil doen.
- Nieuwe bloedlijnen worden vaak in het buitenland aangeschaft. Een hond importeren (of soms zelf halen) uit het buitenland is enorm kostbaar.
De doorwaakte nachten en zorgen, -de energie die men er in steekt om de pups goed te socialiseren , -de voorlichting die men geeft naar aspirant pupkopers, – de soms intensieve begeleiding na aankoop, tellen we hier maar niet mee.
Al met al kan een fokker op een nest pups wat geld overhouden. Maar evenzogoed kan de fokker op een nest geld toe moeten leggen door pech. Dit neemt een fokker die fokt met liefde voor het ras voor lief.
Hoe kan het dan dat de broodfokkers hun pups voor zoveel goedkoper aanbieden ???
- Er wordt geen geld uitgegeven voor gezondheidsonderzoeken bij de ouderdieren.
- Met elke hond wordt gefokt. Erfelijke afwijking of niet, conform de rasstandaard of niet.
- De dekreu is de eerste de beste die aanwezig is en “het” kan. Erfelijke afwijking of niet.
- Teven krijgen elk half jaar een nest. Tot ze niet meer vruchtbaar zijn, dan worden ze “afgeschreven”. Dit in tegenstelling tot een fokker die fokt volgens de regels, hij/zij mag maar 5 nestjes met een teefje fokken.
- Er worden geen stambomen aangevraagd.
- Er worden geen DNA profielen aangevraagd.
- Met entingen en ontwormingen wordt geknoeid. U koopt vaak een zieke pup bij een broodfokker……
- Er wordt nauwelijks tot geen energie gestoken in de socialisatie. Iets wat voor onze rassen onontbeerlijk is.
- De pups worden geboren onder de meest sobere (lees: erbarmelijke) omstandigheden, vaak in het Oostblok.
Hopelijk hebben wij voor u inzichtelijk kunnen maken dat de fokkers die aangesloten zijn bij onze vereniging niet voor het geld fokken, maar voor de (overigens professioneel aangepakte) liefhebberij. Allen hebben een baan om de tegenslagen die men soms te verwerken krijgt te kunnen bekostigen, en niet te vervallen in de broodfok.
Tekst: Irma Janssen, Nippon Inu